Scoliose
Scoliose is een zijdelingse verkromming van de rug (wervelkolom), waardoor één of twee bochten ontstaan.
Deze aandoening komt in meer of minder ernstige mate voor bij 4 op de 100 mensen. De wervelkolom draait meestal ook om haar as (dan spreekt men van een torsiescoliose) en veroorzaakt zo een bochel.
Men onderscheidt een S-vormige scoliose met twee bochten en een C-vormige scoliose met één bocht. Een S-scoliose benoemt men naar de convexe bolle kant van de grootste bocht; bijvoorbeeld een S-vormige thoracale scoliose, rechts convex van 35 graden.
C of S-vormig
Hoewel het een ingewikkelde driedimensionale vervorming betreft, kan men op een gewone voor-achterwaartse röntgenfoto de zijdelingse verkromming goed zien als een C-vormige of een S-vormige slinger in de ruggengraat die eigenlijk een rechte lijn behoort te zijn. Een structurele scoliose zal meestal gepaard gaan met een draaiing, een torsie; ook een bijkomende voorovergebogen houding (kyfose), een holle rug (lordose) of beide komen vaak samen met de scoliose voor.
(niet-)Structureel
Het is belangrijk om een onderscheid te maken tussen een niet-structurele scoliose en een structurele scoliose. Een niet structurele scoliose kan ontstaan door pijn en dwangstand, door een verkeerde houding of als compensatie van een beenlengteverschil of een heupafwijking. Een niet-structurele scoliose kan gecorrigeerd worden; op de foto is de scoliose dan niet meer te zien. Het is dus belangrijk om te weten dat bepaalde vormen van scoliose voorkomen en behandeld kunnen worden.